Halsribsyndroom

Vrouw 43 jaar met pijn in de onderrug, pijn in de nek en tussen de schouderbladen aan de rechterkant, met uitstraling in de rechterarm. Bijkomende klachten premenstrueel syndroom. Onder behandeling van fysiotherapie en hypnotherapie. Patiënte is bekend met een halsrib rechts, wat voor haar reeds jarenlang de nek-schouderblad-armklachten ‘verklaard’. De halsrib laten opereren wil ze echter (gelukkig) niet.
Een patiënt met het halsribsyndroom heeft een extra rib. Deze rib is een uitsteeksel van de zevende halswervel. Een halsrib is een aangeboren ‘afwijking’, waarbij aan de zevende nekwervel en in een enkel geval aan de vijfde of zesde nekwervel een extra (overtollige) rib is ontstaan. De extra rib kan zowel klein als groot zijn en kan helemaal of maar gedeeltelijk ontwikkeld zijn. De extra rib komt vaak aan beide kanten van de nek voor en komt bij vrouwen meer voor dan bij mannen. Over het algemeen veroorzaakt een halsrib geen problemen. Het kan echter zijn dat de halsrib zenuwen gaat samendrukken, wat pijn, gevoelloosheid, en tintelingen in de nek kan veroorzaken. Als een patiënt veel last heeft van de halsrib kan deze operatief verwijderd worden.
Voor de goede orde: mevrouw is 43 jaar en heeft sinds 6 jaar last van symptomen, die aan het voorkomen van een halsrib gerelateerd zouden kunnen worden. Zij heeft 37 jaar geen klachten gehad. Daarmee is het fenomeen halsrib in osteopathische ogen ook geen ‘afwijking’. Oorzaken waren gelegen in een hepatoptose (leververzakking) van circa 3 cm, dito renale ptose (nierverzakking), ileale darmlussen in de ruimte van Douglas (achter de baarmoeder). Ten gevolge van de verzakkingen is een tractie ontstaan aan de structuren (o.a. plexus brachialis) van de schoudergordel. Pas dan komt het fenomeen dat er rechts minder compensatie mogelijk is, vanwege de aanwezigheid van de halsrib.
Genoemde dysfuncties zijn in 5 behandelingen verholpen, met een klachtenvrij resultaat, ook het premenstrueel syndroom. Na 2 jaar en na 5 jaar kwamen de klachten in lichte mate terug; een normaal verschijnsel bij verzakkingen, wat snel verholpen kan worden.